Vandaag maken we een prachtige tocht door een prachtig natuurgebied een geheimzinnig bos verbonden met eeuwen oude legendes en geschiedenis. Onze tocht voert oa langs het Uddelermeer en het bijzondere Speulderbos.
Garderen
De betekenis van 'Garderen' is te herleiden uit twee Oud-Germaanse woorden die samengevoegd zijn : garre (in het Nederlands nog gaarde), wat 'landbouwgrond' betekent en haar, wat 'zandige heuvelrug' betekent. Garderen is ouder dan het dorp Barneveld en het was van oorsprong ook de hoofdplaats van het latere ambt Barneveld. De kerktoren van de Nederlands Hervormde kerk werd voor het eerst in de elfde eeuw gebouwd. De huidige toren stamt uit de veertiende eeuw. Na de Reformatie, die op de Veluwe werd afgedwongen door een kleine groep fanatieke protestanten, bleef Garderen nog lang trouw aan de Rooms-katholieke kerk. Het dorp was een bedevaartsplaats voor de heilige Gangulphus. In 1811 werd een groot deel van het, toen nog kleine, dorp door brand verwoest. Van de 25 huizen gingen acht in vlammen op.Op 1 januari 1812 werd Garderen als een zelfstandige gemeente van Barneveld afgesplitst. Zes jaar later, op 1 januari 1818, werd deze gemeente weer herenigd met Barneveld. De gemeente Garderen leeft nog voort als een aparte kadastrale aanduiding.
Servisch monument
Op de begraafplaats staat sinds april 1919 een Servisch oorlogsmonument, ter herinnering aan de 29 Servische soldaten die overleden zijn aan de gevolgen van de Spaanse griep kort na de Eerste Wereldoorlog.[6] Zij maakten deel uit van een grote groep Servische militairen, die tijdelijk gehuisvest waren in de 'Lombok'-barakken op het nabijgelegen Kamp Nieuw-Milligen. In mei 1938 werden de stoffelijke resten van de Servische soldaten die in 1918 en 1919 in Nederland waren omgekomen opgegraven, in Nijmegen samengebracht, omgekist in hermetisch afgesloten metalen knekelkisten, en via Duitsland vervoerd naar het mausoleum in Jindřichovice, waar zij hun laatste rustplaats vonden. In 2006 is men begonnen om het monument te vernieuwen, en in verschillende fasen uit te breiden
Het Uddelermeer
Het meer is waarschijnlijk ontstaan als een pingoruïne of ijskernheuvel. In het geval van het Uddelmeer gebeurde dit tijdens het Saalien, een van de laatste ijstijden. Na het smelten van de ijskern bleef alleen het gat over dat tegenwoordig het meer vormt. Het meer heeft een diepte van circa 17 meter. Het smeltwaterdal ligt ingeklemd tussen de stuwwallen van Ermelo en Apeldoorn. Doordat het Uddelermeer in een relatief droog gebied ligt is het gebied rond het Uddelermeer mogelijk al in de ijzertijd gecultiveerd. Zeker is in ieder geval dat vanaf de 7e eeuw in de omgeving ijzer werd geproduceerd. Ten oosten van het meer ligt de Hunenschans, een verdedigingswerk uit vermoedelijk de tiende eeuw. De oudst bekende vermelding is uit 792-793 als het in een schenkingsoorkonde vermeld wordt als 'Uttiloch'. Een oorkonde uit 950 waarin een schenking van Keizer Otto I de Grote aan het klooster Engern is vastgelegd heeft vermoedelijk ook betrekking op het Uddelermeer. Er is een sage die het ontstaan van dit meer verbindt aan reuzen
Het Speulderbos
Het Speulderbos bij Ermelo en Garderen vormt een aaneengesloten natuurgebied met het Sprielderbos. Dit laatste ligt in de gemeente Putten. Het Speulderbos vormt met ca. 300 hectare ongeveer een tiende van het hele gebied. Bij het gehucht Drie ligt het bekendste en voor velen mooiste deel van het bos, dat door de buurtbewoners het "Bos van de dansende bomen" genoemd wordt. De meeste beuken hier hebben naar de hemel gerichte takken en stammen met flink wat buigingen. De vele kronkelige stammen staan dicht op elkaar en zorgen voor een mysterieuze wirwar aan takken. Het bos ligt op de stuwwal en door de heuvels en dalen lijkt het alsof je ergens in de Ardennen vertoeft. Doordat er veel dood hout aanwezig is, groeien er talrijke paddenstoelen en mossen. Ook veel bomen zijn bedekt met een dikke laag fel groen mos, waardoor je je steeds weer in een sprookjesbos waant.
Grafheuvels in het bos
Dat er veel gebeurd is in dit bos, dat voel je op een of andere manier. Er heerst een bijzondere stilte. Op diverse plekken in het gebied liggen grafheuvels. Bij opgravingen trof men aarden urnen aan van het klokbekervolk aan, die tussen 2600 en 2100 v. Chr. onze regio hebben bevolkt
Wat het wandelen nog aangenamer maakt in dit bos, is de kans op het zien van wild. Op verschillende plekken zijn wildobservatieschermen aangebracht. Houd je camera klaar, want wie weet zie jij een van de herten of wilde zwijnen. Minder makkelijk te zien zijn boommarter, das en gladde slang. Heb je niet het geluk om groot wild te zien, geniet dan van de vele vogels om je heen. Spechten, goudvinken, roodborstjes en andere vogelsoorten zijn in grote aantallen aanwezig. Ook haviken en wespendieven komen voor in de bossen bij Ermelo.
De grote boze wolf
Wie weet komen we dan nu ook eindelijk na eeuwen de grote boze wolf weer eens tegen. Neem aub geen hondenvoer mee, dan heb je er zomaar een tam en onafscheidelijk wild huisdier bij. Denk dat je dan wel een hogere aanslag dan de hondenbelasting alleen krijgt te betalen. Tevens verzoek ik de dames zich niet als roodkapje te kleden. Dit in verband met jullie veiligheid en de instructies van de boswachter. Ga echt niet terug voor achterblijvers. Blijf op de paden, de boswachter ziet dan door de bomen het bos ook niet meer. Mocht je ze dan toch tegen komen. Ga dan vooral met de wolven in het bos mee huilen, nog beter maak veel lawaai en stennis. Beren zijn ze niet gewend. Ga hen ook niet te dicht naderen. Krijgen ze alleen maar sterallures van. Hoewel ironisch bedoeld zit er in dit stuk een kern van waarheid. Op de noordveluwe zijn toch wel eens een keer wolven gezien. Boswachters adviseren om deze dieren met rust te laten, op de paden te blijven en absoluut niet op wolvensafari te gaan. Zeker niet voederen, raken ze veel te veel aan mensen gewend met alle gevolgen van dien. Een wolf zorgt voor een gezonde wild populatie en op den duur zelfs voor een gezonde vegetatie, daarmee er niet teveel grazers zijn.Schijnt zelfs zo te zijn dat beeklopen etc weer een natuurlijke verloop krijgen. Een terugkeer naar een oorspronkelijk oerbos, wat Nederland eens bezat. De eiken en beuken bomen, zijn de restanten hier van.
Het Solse gat
Over dit fenomeen wil ik graag een aparte vermelding maken. Interessant en hoogst vermakelijk. Het spreekt zeer tot de verbeelding. Een groot en mysterieus gat boordevol legendes. Volgens diverse overleveringen zou hier een klooster hebben gestaan, waar duistere praktijken hebben plaats gevonden. Het klooster dat in het bos stond, had meerdere torens. Een gracht omringde het klooster, terwijl een brede weg de toegang vormde. De abt en de monniken die in het mooie klooster woonden, namen het vrome leven niet zo serieus. Met religieuze praktijken maakten ze korte metten. Liever verkochten ze hun ziel aan de duivel en leidden ze een leven dat lijnrecht tegenover de idealen van het christendom stond: ze zopen liters wijn, vraten zich vol tijdens de maaltijden en organiseerden bijeenkomsten met heksen en spoken, waarop ze de ‘zwarte mis’ lazen. De schandelijke heksenvergaderingen kenmerkten zich door gastronomische en alcoholische overdaad. Zo dronken de monniken, heksen en spoken samen liters wijn uit emmers en vraten de geestelijken zich helemaal vol. De duivel zelf was degene die de wijn mengde en zorgde dat er altijd voor iedereen voldoende te drinken was. Samen danste men, waarbij de aanwezigen talloze scheldwoorden en vloeken lieten horen, tot het weer licht werd.Lange tijd ging dit zo door. De kloosterlingen feestten, dronken en genoten van het leven. Totdat, ergens in de Middeleeuwen, een stormachtige avond tijdens Kerst een einde maakte aan de goddeloze uitspattingen in het bos. Omwonende bleven in hun huizen omdat het buiten zo tekeer ging. Plotseling hoorden ze een enorme blikseminslag. De volgende ochtend kwam een jongetje langs het terrein en ontdekte dat het complete klooster verdwenen was in een groot gat in het bos. Het enige dat nog te zien was, waren enkele ontwortelde bomen rond het terrein en het klinkerpad dat de toegangsweg naar de poort van het klooster vormde. Men vermoedde dat de duivel de zielen van deze monniken heeft opgeeist en dit klooster naar de diepste krochten van de hel heeft doen zinken.
Met het verdwijnen van het klooster keerde de rust in het bos echter nog niet terug. Regelmatig klonken er om twaalf uur in de nacht rond het Solse Gat vreemde, enge geluiden. Geluid dat leek op het luiden van de kloosterklokken. Eerst klonk het zacht, maar het volume zwelde doorgaans aan tot een angstig en imponerend geluid. Volgens de legende werden op dat moment de geesten van de monniken wakker. In een droevige stoet liepen de geesten vervolgens door het bos, terwijl ze klaagden over hun lot. Ze liepen rondjes om het Solse Gat heen, dat een blauwe gloed uitstraalde. Vervolgens zweefden de geesten onrustig rond en voegden zich opnieuw in een rij om het ritueel te herhalen. Dit ging altijd zo door totdat het daglicht aanbrak. Pas dan keerde de rust rond het Solse Gat weer terug.
Overigens zou het Solse Gat al sinds de Oudheid in gebruik zijn als plek voor zonneverering. Hieraan is ook de naam van het Solse Gat ontleend. De Germanen vereerden hier toen de zonnegod Sol en offerden hem allerlei fruit. Tegenwoordig schijnt het Solse Gat populair te zijn bij aanhangers van de new age-beweging of degenen die met een wichelroede lopen. Deze mensen menen dat er op de plek van het Solse Gat zogenoemde leylijnen zijn te vinden. In juni 1999 stelden de regionale gereformeerde politieke partijen RPF en GPV, bij monde van de Puttense politicus drs. C. Houweling, dat er bij het Solse Gat satanische dansen plaatsvonden in de Walpurgisnacht. Deze wilde men laten verbieden, maar politiek kregen beide partijen geen steun. De Walpurgisnacht, van 30 april op 1 mei, is een herdenkingsnacht voor de Engelse non Walpurgis. Deze non ging in de achttiende eeuw naar Duitsland (toen het Heilige Roomse Rijk geheten) om daar te evangeliseren. Met haar magische krachten zou Walpurgis vele zieken hebben genezen.
Het Solse Gat is echter een leemkuil, die tussen enkele heuvels ligt. Deze is ontstaan tijdens de laatste IJstijd, zo’n 15.000 à 20.000 jaar geleden. Het soort leemkuil bij het Solse Gat wordt ook wel een pingoruïne genoemd. Pingo betekent in de taal van de Eskimo’s ‘heuveltje’. De leemkuil is ontstaan door een grote ijsklomp, die de grond naar beneden duwde, waardoor aan de randen heuveltjes zijn ontstaan. In de Middeleeuwen groeven omwonende boeren hier leem af, waardoor de kuil nog dieper werd. Hoop dat deze uiteenzetting jullie nieuwsgierigheid heeft gewekt
Reacties
Hoi Henk, een bus eerder kan ook denk 11.30 h. verzamelen staat er. mogelijk id de boute koe al open om voor 12.00h. een bakkie te doen .
Groet Jacob, te zondag
Hoi Stefan, ik kom met de bus van 11.51 uur aan. Dus, als ov meezit ben ik op tijd.
Groet, Henk
Oké Henk, dat is goed. Wil niet veel later dan 12:00 uur starten. Als er verder nog iets is laat het me dan wel weten.
Groetjes, Stefan
https://www.routeyou.com/nl-nl/route/view/6458103/wandelroute/garde.... Dit is wandeling die nu iedereen kan downloaden.
Het zou handig zijn voor degene die over een navigatieapparatuur of app op zijn smartphone geschikt om bovenstaande wandeling van de site routeyou te downloaden. Dan kunnen er meerderen mee kijken.
Graag had ik van jullie vernomen, wie na afloop van deze wandeling bij de bonte koe had willen eten. Tot nu toe hebben zich er drie op gegeven. Laat het me voor vrijdag 7 april weten.
Het dichts bijzijnde station is Putten. Ongeveer 8 km van het startpunt verwijderd. Ik wil wel eventueel daar deelnemers op pikken en terug brengen. Stuur me dan een pb.